VN-jaar van de Talen 2008
   
  Boodschap van Mr. Koichiro Matsuura, Algemeen Directeur van UNESCO, over de
    viering van 2008, Internationaal Jaar van de Talen 
  
    
       
     | 
      | 
    
       Het jaar 2008 is uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Talen door
        de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. UNESCO, dat de taak toevertrouwd kreeg de
        activiteiten voor het Jaar te coördineren, is bereid zijn rol als leidende kracht op te
        nemen. 
        
     | 
    
  De Organisatie is zich ten volle bewust over het beslissende belang van de talen in het kader
    van de vele uitdagingen waar de mensheid mee geconfronteerd wordt in de volgende decennia. 
  Talen zijn inderdaad van essentieel belang voor de identiteit van groepen en mensen en voor
    hun samenleven in vrede. Ze vormen een strategische factor voor de vooruitgang naar een
    duurzame ontwikkeling en harmonieuze relatie tussen de globale en lokale contexten. 
  Ze zijn van het grootste belang voor de realisatie van de zes doelstellingen van opvoeding
    voor iedereen (OVI) en de Millennium Ontwikkelings-Doelstellingen (MOD) die de Verenigde
    naties goedkeurden in 2000. 
  Als factoren van sociale integratie, spelen talen effectief een strategische rol in het
    uitroeien van extreme armoede en honger (MOD 1); als basis voor alfabetisering, leren en
    levensvaardigheden, zijn ze onmisbaar om een universele basisopleiding te bereiken (MOD 2); de
    strijd tegen HIV/AIDS, malaria en andere ziekten (MOD 6) moet gevoerd worden in de talen van
    de betrokken bevolkingsgroepen om ze te bereiken; en het bewaren van lokale en inheemse kennis
    en deskundigheid met het oog op het zeker stellen van een duurzame leefwereld is onlosmakelijk
    verbonden met lokale en inheemse talen. 
  Verder is de culturele diversiteit nauw verbonden met taalkundige diversiteit, zoals
    aangegeven in de Universele Verklaring over Culturele Diversiteit van UNESCO en het
    bijbehorende actieplan (2001), de Conventie voor het Behoud van het Ontastbare Culturele
    Erfgoed en de Conventie over de Bescherming en Promotie van de Diversiteit van Culturele
    Uitdrukkingen (2005). 
  Echter, over een periode van enkele generaties, kunnen meer dan 50% van de 7.000 in de wereld
    gesproken talen verdwijnen. Minder dan een kwart van die talen worden momenteel gebruikt in
    scholen en in cyberspace en de meeste worden slechts sporadisch gebruikt. Duizenden talen –
    ook al worden ze beheerst door die volkeren waarvoor ze de dagelijkse uitdrukkingsvorm
    uitmaken – zijn afwezig in de opvoedingssystemen, de media, publicaties en het publieke domein
    in het algemeen. 
  We moeten nu dringend handelen. Hoe? Door taalpolitieken aan te moedigen en te ontwikkelen
    die aan elke taalgemeenschap toelaten haar eerste taal, of moedertaal, zo breed en dikwijls
    als mogelijk te gebruiken, ook in de opvoeding, terwijl ze ook een nationale of regionale taal
    en een internationale taal beheersen. Ook door de sprekers van een dominante taal aan te
    moedigen een andere nationale of regionale taal en een of twee internationale talen te
    beheersen. Alleen als veeltaligheid volledig aanvaard zal zijn, zullen alle talen hun plaats
    vinden in de geglobaliseerde wereld. 
  UNESCO nodigt daarom de regeringen, organisatie van de Verenigde Naties, organisaties van de
    burgergemeenschap, opvoedkundige instellingen, beroepsverenigingen en alle andere
    belanghebbenden uit het respect te stimuleren voor alle talen, in het bijzonder bedreigde
    talen, in elke individuele en collectieve context, en ze te promoten en te beschermen. 
  Of het is door initiatieven op het vlak van opvoeding, cyberspace of de geletterde omgeving;
    of het is met projecten om bedreigde talen te bewaren of om talen te promoten als een middel
    voor sociale integratie; of om de relatie te onderzoeken tussen talen en economieën, talen en
    inheemse kennis of talen en creatie, altijd is het belangrijk dat de idee dat "talen
    belangrijk zijn!" overal gepropageerd wordt. 
  De datum van 21 februari 2008, de negende Internationale Dag van de Moedertalen, zal een
    bijzonder belang krijgen en een bijzonder gepaste streefdatum vormen voor de invoering van
    initiatieven om talen te bevorderen. 
  Ons gemeenschappelijk doel is zeker te stellen dat het belang van taalkundige diversiteit en
    veeltaligheid in opvoedkundige, administratieve en wetgevende systemen, culturele
    uitdrukkingen en media, cyberspace en handel, erkend wordt op het nationale, regionale en
    internationale vlak. 
  Het Internationale Jaar van de talen 2008 zal een unieke kans bieden om een beslissende
    vooruitgang te maken in het bereiken van die doelstellingen. 
  Koichiro Matsuura 
    
  Dag van de Moedertalen 2008-02-21
   
  Op initiatief van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd 2008 uitgeroepen tot
    Internationaal Jaar van de Talen, waarbij Unesco instaat voor de coördinatie van de
    activiteiten hierrond. De Universele EsperantoVereniging (UEA) onderhoudt reeds meer dan 50
    jaar officiële betrekkingen met Unesco, nadat in een befaamde resolutie erkend werd dat de
    resultaten die door middel van het Esperanto werden bereikt overeen kwamen met de
    doelstellingen en ideeën van Unesco zelf. Het is dus niet verwonderlijk dat de
    Esperantogemeenschap meteen reageerde op de oproep van de Algemeen Directeur van Unesco,
    Koïchiro Matsuura, dat de idee "talen zijn belangrijk!" overal bekendheid moet
    krijgen, door onder andere af te kondigen dat het thema voor het volgende Universeel
    Congres, dat in 2008 plaatsvindt in Rotterdam Talen, rijkdom van de mensheid zal
    zijn. Dit is een initiatief genomen op het hoogste niveau van de georganiseerde
    Esperantobeweging. 
  Vele andere initiatieven worden gedurende het hele jaar 2008 op verschillende plaatsen
    genomen. Zij worden georganiseerd door esperantisten, of indien men wil: Esperantosprekers,
    mensen die de diepe noodzaak en nieuwsgierigheid voelen om te communiceren, betrekkingen te
    onderhouden met andere mensen op regionaal en internationaal vlak. Velen onder hen leerden
    Esperanto als zoveelste taal, anderen leerden andere talen nadat ze reeds Esperanto geleerd
    hadden. Daarom zijn Esperantosprekers bewuster omtrent taalvragen. Op basis van hun eigen
    ervaringen kunnen zij aanvoeren dat Esperanto de eerlijkste oplossing is om het talenprobleem
    in de wereld op te lossen, door een gelijkheid van alle talen na te streven, iets wat door
    middel van een nationale taal niet mogelijk is. Zij kunnen ook aanvoeren dat Esperanto een
    eenvoudiger oplossing biedt, omdat het veel gemakkelijker aan te leren is dan om het even
    welke nationale taal. 
  In het kader van het Internationaal Jaar van de Talen zijn er enkele dagen die in de
    Esperantogemeenschap de mogelijkheid scheppen om zich opnieuw uit te spreken voor de
    bescherming van het wereld-taalerfgoed, en zich te verzetten tegen de opgedrongen
    globalisering, die noch de talen noch de culturen van de mensen respecteert. Eén van de
    volgende is de Dag van de Moedertaal, die op 21 februari voor de 9e maal wordt gevierd. 
  In zijn boodschap omtrent het Internationaal Jaar van de Talen 2008, wees de Algemeen
    Directeur van Unesco op het gevaar dat binnen enkele generaties de helft van de 7000 talen die
    nu nog op de wereld gesproken worden, kunnen verdwijnen, hetgeen een reële bedreiging vormt
    voor een culturele verarming van onze beschaving. Dit is  een gelegenheid om eraan te
    herinneren, dat de Esperantisten moeten streven naar het behoud van alle moedertalen, terwijl
    voor de internationale contacten een neutraal communicatiemiddel wordt aangeboden, waarbij het
    gebruik van nationale talen voor dit doel niet wordt uitgesloten, maar met verzet tegen het
    opgedrongen gebruik van een enige nationale taal waardoor andere nationale talen de kans lopen
    te verdwijnen. 
   Reeds in het
    begin van de 20e eeuw zei een van de grootste filosofen Ludwig Wittgenstein: De grenzen
    van mijn taal bepalen de grenzen van mijn wereld. Elke taal is draagster van de nationale
    identiteit en haar culturele veelkleurigheid, elke taal is een juweel binnen de diversiteit
    van het wereld-taalerfgoed. Elke Esperantospreker is zich daarvan ten volle bewust. 
  Maar wat kunnen de Esperantisten concreet doen dit jaar voor de Dag van de Moedertaal? 
   Onder andere de Verklaring
    van vorig jaar in verband met de Dag van Moedertaal van toenmalig voorzitter van de UEA,
    Renato Corsetti, herlezen en opnieuw bestuderen tijdens de bijeenkomsten van onze groepen en
    in onze clubs. 
  UEA stelt een concreet hulpmiddel voor, een informatiefolder die bruikbaar is om
    niet-esperantisten te informeren, hoe wij bezig zijn met de moedertalen. 
  Bovendien is het belangrijk meer te weten te komen over de toestand van onze eigen
    moedertaal. Wat dieper ingaan op de gevaren die zij in de geschiedenis van haar ontwikkeling
    heeft meegemaakt. De Polen bijvoorbeeld, zijn er tijdens de 120 jaren van opsplitsingen,
    ondanks de druk van de invallers en campagnes om het nationaal gevoel te onderdrukken, in
    geslaagd hun taal te redden. Daardoor was het hun mogelijk na de eerste wereldoorlog opnieuw
    als staat te herrijzen met een eigen Poolse identiteit. Maar dat is maar één voorbeeld. Wij
    kunnen er zo nog meer vinden. 
  Het loont de moeite de huidige gevaren te bestuderen, de vervorming van onze nationale talen.
    Het is nuttig om meer te weten over de bestaande instellingen die in de verschillende landen
    waken over de eigen taalsubstantie. Deze kennis moet met clubs en groepen in andere landen
    worden uitgewisseld en gebruikt worden bij voordrachten voor een open publiek, bijvoorbeeld in
    scholen die onder de bescherming van Unesco staan. Deze initiatieven moeten op nationaal
    niveau worden bekend gemaakt bij de eigen Unesco-afgevaardigden en andere niet-gouvernementele
    organisaties die gelijkaardige doelstellingen als de onze hebben en op die basis kan het
    vertrouwen worden gewekt om onderlinge contacten op te bouwen. Verder is het van belang deze
    activiteiten en het succes ervan, bekend te maken bij de landelijke verantwoordelijken voor
    informatie en bij de verantwoordelijken voor de informatieverspreiding van UEA. 
  In een van zijn verklaringen met betrekking tot de Dag van de Moedertaal, verklaarde de
    Algemeen Directeur van Unesco, Koïchiro Matsuura dat de moedertalen in die zin uniek zijn,
    dat zij de menselijke wezens van bij hun geboorte typeren, en hun een bepaalde visie op de
    wereld geven die in feite nooit verdwijnt, zelfs niet onder invloed van later aangeleerde
    talen. Het aanleren van andere talen is een manier om een andere wereldvisie en andere
    gedragscodes te leren kennen. 
  De Dag van de Moedertaal kan dit jaar ook een ernstig onderzoek stimuleren bij de
    Esperantisten van geboorte, dikwijls meertaligen, die al heel jong Esperanto hebben geleerd,
    om hierover een rijkdom aan documentatiemateriaal te vergaren over het fenomeen De grenzen
    van mijn taal bepalen de grenzen van mijn wereld. Dat zou de kiem kunnen zijn voor later
    onderzoek over hoe – om Ludwig Wittgenstein te parafraseren – Esperanto de grenzen van
    mijn wereld kan verleggen. 
  De volgende Dag van de Moedertaal moet ons aanzetten om te letten op de vreemdelingen en
    immigranten in onze landen en na te gaan hoe hun recht op moedertaal wordt opgevolgd. De Dag
    van de Moedertaal kan een stimulans betekenen om toenadering met hen te zoeken en hen in
    kennis te stellen met de idealen en de praktische mogelijkheden van de Internationale Taal,
    door hen onze taalcursussen en onze taalgemeenschap voor te stellen. 
  Uiteindelijk moet de Dag van de Moedertaal  onze kennis en ons bewustzijn omtrent de noodzaak
    om de taaldiversiteit  in de wereld te beschermen, verdiepen, en ons bewust maken van onze
    morele plicht om luidop over Esperanto te spreken, zoals Renato Corsetti het uitdrukt:
    Een internationale taal die geen moedertaal is, beschermt de moedertalen.  
  Barbara Pietrzak, Informatie-verantwoordelijke UEA 
   |